Van de bestuurstafel: april 2024

Op 4 april hield de dorpsraad een openbare vergadering. Aansluitend werd een themabijeenkomst gehouden over de mogelijkheden voor een dorpsondersteuner in Oostrum.


Openbare vergadering Dorpsraad

De dorpsraad deed verslag van het jaar 2023. Er waren geen opmerkingen over de notulen van vorig jaar. Daarna lichtte penningmeester Henk Wijnen de cijfers toe. Wat het OW! betreft hebben Inge Künen en Fanny Sleegers afgelopen jaar de administratie overgenomen van Roel Arts, en dat is soepel verlopen. De tarieven voor advertenties en verenigingsbijdragen zijn verhoogd om de gestegen kosten voor papier en drukwerk te dekken. De administratiekosten waren eenmalig hoger vanwege de aanschaf van een computer. Het doel is dat het OW! zichzelf kan bedruipen, en dat is nog steeds het geval. Vanuit de zaal krijgt de redactie een compliment: ‘heel goed en heel mooi’!

Wat de dorpsraad zelf betreft was het resultaat over afgelopen jaar positief. In 2024 moet worden bekeken wat er kan worden gedaan met de reservering voor renovatie van het dorpsplein, daarover is contact met de gemeente. Verder zijn er in 2023 vervroegde bijdragen gedaan uit het leefbaarheidsfonds voor activiteiten in 2024, zodat de dorpsraad blijft voldoen aan de subsidieregels van de gemeente. De kascommissie, bestaande uit Lizette Janssen en Hans Kramer, heeft de boeken gecontroleerd en akkoord bevonden. Volgend jaar bestaat de kascommissie uit Hans Kramer en Wim van Delft.

Vervolgens passeerde het jaar 2023 in vogelvlucht de revue. Zoals de 40 welkomstpakketten (inclusief dorpsgids) die inmiddels bij nieuwe inwoners zijn bezorgd, de bijdragen die uit het leefbaarheidsfonds zijn gedaan, de Oostverbinding (‘Halfweg’), de reconstructie van de Geysterseweg, en de herinrichting van de Zompgraaf en omgeving. Vooruitkijkend naar 2024 zijn de belangrijkste thema’s het dossier van de ‘flexwoningen’, de Via Venray N270, de stationsomgeving en natuurlijk woningbouw, waaronder het voormalige BIT, Oostrum Oost, de Stationsweg en de wei van Camps. De uitgebreide notulen van de vergadering, inclusief de vragen uit de zaal, verschijnen binnenkort op de website van de dorpsraad.


Themabijeenkomst dorpsondersteuner in Oostrum

De organisator, Kees Spitters, kan terugkijken op een geslaagde avond, ook al was de opkomst met ongeveer 35 aanwezigen helaas lager dan gehoopt. Hieronder een korte samenvatting.

Rob Keijzer: initiatief in Ysselsteyn

Rob was huisarts in Ysselsteyn, en vertelde hoe het initiatief daar in 2015 is ontstaan. Hij realiseerde zich op een gegeven moment dat de ‘keukentafelgesprekken’ in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) niet draaien om hulpverlening maar om budgetbewaking. Hij zag dat er drempels waren bij de professionele hulp, dat zorg door centralisatie steeds meer op afstand kwam te staan en dat de sociale cohesie aan het verdwijnen was. De dorpsraad wilde zelf geen uitvoerende rol spelen in de oplossing van deze problemen, en had daarom behoefte aan een ‘verlengstuk’. Het middel daarvoor werd een dorpsondersteuner, waarmee men in Elzendorp al ervaring had. Een centrale vraagbaak, die de verbinding vormt tussen de leefwereld van burgers en de ‘systeemwereld’ van overheden en verzekeraars. Met het idee ‘in Ysselsteyn mislukt nooit iets’ slaagde men erin om geld bijeen te krijgen van de Rabobank, het Zorghuus en de gemeente, waarmee kon worden gestart. Uitgangspunt was dat de dorpsondersteuner van het dorp is, en daarom niet in dienst moest zijn van de gemeente.

Het functieprofiel voor de dorpsondersteuner dat Rob heeft gemaakt is nu in heel Nederland in gebruik. Een betaalde kracht op hbo-niveau met kennis van het sociale domein, klantgericht en met sociale vaardigheden. Er zijn nu meer dan 250 dorpsondersteuners in Nederland.

Linda Custers-Jansen: ervaringen uit de praktijk

Linda is sinds 2019 dorpsondersteuner in Ysselsteyn, en start met een praktijkvoorbeeld. Een weduwe moet na een val thuis revalideren, maar is niet mobiel. De familie woont op grote afstand, en de thuiszorg kan de moeder alleen ’s ochtends helpen met aankleden en ontbijt. Na twee weken pendelen belt de familie ten einde raad met de Wmo-consulent, maar die kan niets bieden. Linda vraagt de familie of er in het dorp een netwerk is, en krijgt het nummer van de overbuurvrouw. Binnen anderhalf uur zijn er voldoende mensen gevonden om haar een paar weken te helpen met de ontbrekende eetmomenten, en daarna is ze weer voldoende hersteld. En dat niet alleen, ze houdt er ook nieuwe sociale contacten aan over.

De eerste reactie is: ‘kan die familie dat zelf niet bedenken’, maar vragen om dergelijke hulp is soms een te grote drempel. Een dorpsondersteuner kan dan een brug slaan. Een paar andere voorbeelden:

  • een laaggeletterde inwoner die het niet lukt om een abonnement op te zeggen
  • buitenlandse gezinnen die moeite hebben met de taal en hun nieuwe omgeving
  • mensen helpen met nieuwe woonruimte vinden na een scheiding
  • iemand die nauwelijks Nederlands spreekt en geen rijbewijs en fiets heeft helpen met werk vinden

Pas als Linda het vertrouwen heeft gewonnen, krijgt ze vragen over complexe zaken zoals schulden, problemen met werk of eenzaamheid. Ze wordt dan soms ook gevraagd om deel te nemen aan gesprekken met een bewindvoerder of een maatschappelijk werker. Daarnaast is ze vraagbaak voor van alles: het melden van overlast of verkeerssituaties, slechte postbezorging, zwerfkatten enzovoort. In dergelijke gevallen kan ze mensen doorverwijzen naar de juiste instantie.

Toen ze begon bleek het weinig zin te hebben om een soort ‘spreekuur’ te houden. Bij mensen aanbellen helpt ook niet, dat moet je een bekende laten doen. Het was vooral belangrijk om op mensen af te stappen op het schoolplein of in het café, om aanwezig te zijn op bijeenkomsten, en om contact te leggen met professionals in het dorp zoals de agent en de wijkverpleging. Samenvattend onderscheidt Kees Spitters twee thema’s in haar verhaal: de drempel verlagen om een hulpvraag te stellen, en verbindingen leggen.

Huub Hendrix: organisatie rondom een dorpsondersteuner

Huub Hendrix is voorzitter van de werkgroep Maatschappelijke Ondersteuning in Ysselsteyn (MOY). De organisatie rondom hun dorpsondersteuner blijkt uitgebreid te zijn. Allereerst wordt zij ondersteund door een klankbordgroep van acht personen, die om de maand bij elkaar komen. Linda kan bepaalde zaken dan in een breder verband bespreken, zonder daar meteen mee naar de dorpsraad te hoeven gaan. Daarnaast heeft ze een intervisieteam voor de professionele kant. Ook is er ‘welzijn op recept’, een provinciaal programma in zeven gemeenten, dat tot doel heeft de huisarts te ontlasten van niet-medische zaken. Hoewel de dorpsondersteuner formeel in dienst is bij Stichting Dorpsraad Ysselsteyn, heeft de stuurgroep MOY de operationele leiding, en daarom ook wekelijks contact met Linda over lopende casussen, altijd geanonimiseerd. Tot nu toe heeft ze meer dan 400 casussen verwerkt. Twee keer per jaar bespreekt de stuurgroep de ervaringen met de wethouder.

Bert Arts: plannen in Castenray

Er waren in Castenray al langer plannen iets met een dorpsondersteuner te doen, maar lange tijd had men de handen vol aan De Stek. Een jaar geleden is het toch weer opgepakt. Doel is vooral om mensen de mogelijkheid te geven om in Castenray te blijven wonen. Na bezoeken aan Elzendorp en Ysselsteyn is het met de dorpsraad besproken. Die bood graag hulp, maar wilde een dorpsondersteuner liever niet formeel onder de dorpsraad laten vallen.

Daarom is men nu bezig om daarvoor een aparte stichting op te richten. Het bestuur van die stichting wordt het klankbord van de dorpsondersteuner, biedt advies en zorgt voor de administratie en de financiën. De aanvraag bij de gemeente loopt. Een speciaal uitgangspunt in Castenray is de verbinding met de ouderenadviseur, die op dit moment de keukentafelgesprekken voorbereidt. Over tien jaar is een derde van de inwoners ouder dan 70, en dan zijn er mensen met kennis nodig om hen goed bij te staan.

Bas Künen vraagt waarom de dorpsraad geen werkgever wilde zijn. Bert antwoordt dat de dorpsraad zich wil richten op alle zaken in het dorp, niet alleen de welzijnsfunctie, en het daarom zuiverder vond om het te splitsen. Huub Hendrix vult aan dat de dorpsraad in Ysselsteyn het eigenlijk ook niet wilde, maar werkgever was geworden in afwachting van de oprichting van de dorpscoöperatie. Die kwam er niet, maar zoals Rob Keijzer al aangaf wilde Ysselsteyn ook niet dat de gemeente werkgever zou worden.

Mariska Boon: subsidie van de gemeente

Mariska Boon is beleidsmedewerker bij de gemeente, en was vanaf het begin betrokken bij het traject in Ysselsteyn. Men wilde geen subsidie verstrekken aan een professional, maar uiteindelijk kwam er wel een pilot via een projectsubsidie van drie jaar. Dat was in 2019.

Op dit moment werkt de gemeente aan de Kadernota sociaal domein, die komende zomer wordt vastgesteld. Daarmee wil men de rol van de omgeving versterken: minder bij de gemeente aankloppen en meer naar elkaar omkijken. Dat is belangrijk omdat er nu al 1 op de 7 mensen in de ondersteuning of zorg werken. Straks zouden dat er 1 op de 3 worden, dus dat moeten zij anders organiseren. De gemeente ziet hierin een grote rol voor de dorpsondersteuner. Meer hulpvragen kunnen dan binnen het dorp worden opgelost, problemen worden eerder gesignaleerd, en het kan hoge ondersteuningskosten voorkomen. Helaas is het erg lastig om die ‘sociale winst’ in geld uit te drukken. Rob Keijzer vult aan dat een succesvolle dorpsondersteuner dat bovendien elk jaar moeilijker kan aantonen, omdat de hulpvragen niet meer eerst bij de gemeente en andere instanties terechtkomen.

Mariska vertelt dat de subsidieregeling voor een dorpsondersteuner voor alle dorpen gelijk wordt: cao sociaal werk, gemiddeld aantal uren inzet per inwoner, werkgeverslasten, bijdrage in werknemersverzekering en indexatie. Basis voor de cijfers is de evaluatie van Ysselsteyn waar nu aan wordt gewerkt.

Jan-Willem Bruijsten vraagt of de demografische samenstelling een wegingsfactor kan zijn, omdat een dorp met relatief veel ouderen misschien meer hulpvragen heeft. Mariska antwoordt dat dat nu niet is meegenomen. Bovendien is een dorpsondersteuner er voor alle leeftijden, bijvoorbeeld ook voor gezinnen met opvoedingsvragen.

Vanwege de tijd is ervoor gekozen om geen subgroepen te vormen, maar om de vragen plenair te bespreken. Hieronder een paar zaken die aan de orde kwamen.

Werkgever

Een belangrijk punt van discussie is het werkgeverschap. In de meeste gevallen vindt men het belangrijk dat de dorpsondersteuner door het dorp wordt betaald en niet door de gemeente. Zo kun je makkelijker voorkomen dat het dorp in de toekomst de ‘budgetbewaker’ van de gemeente wordt. Van de andere kant zijn dorpsraden meestal niet happig op werkgeverschap. Rob Keijzer noemt Horst/America als scenario om het structureel te maken: de coöperatiegedachte, gefinancierd door de gemeente.

Resultaat

Bert Linskens vraagt of er een beeld is van het ‘basispakket’ van een dorpsondersteuner. De gemeente koopt immers diensten in, bijvoorbeeld bij Synthese. Die krijgt een vergoeding op basis van een resultaatverplichting. Hetzelfde zou kunnen gelden voor de dorpsondersteuner. Mariska antwoordt dat er afspraken zijn met Ysselsteyn, bijvoorbeeld over het aantal thema-avonden en de afname in maatwerkvoorziening (indicaties), maar zoals eerder aangegeven is het lastig om dit in geld uit te drukken, zeker op de lange termijn. Bas Künen noemt ‘right to challenge’: als je kunt aantonen dat je het beter kunt dan de professional, dan mag je het doen.

Rob Keijzer meldt dat er landelijk veel ontwikkelingen zijn, bijvoorbeeld onderzoek in Groningen, en dat de gemeente zich kan spiegelen aan landelijk beleid. Het algemene beeld is dat een dorpsondersteuner ervoor zorgt dat maatwerk daalt, maar niet permanent.

Achtervang

Elk dorp is anders: dorpsgrootte, demografie, organisatie. Volgens Bert Linskens is de ‘achtervang’, zoals een klankbordgroep, in Oostrum lastig te organiseren. Er is nu immers al een tekort aan vrijwilligers, en het Servicepunt in Oostrum was geen succes. De ervaring van Linda laat echter zien dat een inloop niet werkt, dus misschien zijn er wel vragen, maar durft men ze niet te stellen.

Vervolg

Kees Spitters rondt de avond af, bedankt de sprekers, en bedankt de aanwezigen voor hun interesse en de vragen. De dorpsraad bespreekt de eventuele vervolgstappen in de eerstvolgende vergadering, op basis van alles wat er vanavond aan de orde is gekomen.

Iedereen die wil meedenken over de dorpsondersteuner kan zich bij Kees Spitters melden (kees@dorpsraadoostrum.nl of 06-22455963).

Delen mag!