Wie zijn er eigenlijk actief voor de dorpsraad, en wat doen ze daar? Deze maand: Jan Raedts.

Jan is getrouwd met Ine. Samen wonen ze al ruim 25 jaar aan de Stationsweg, met uitzicht op het spoor, met hun drie kinderen: Britt, Pim en Steef. Hij is een rasechte Oostrummer. “Ik ben geboren in 1967 aan de Watermolenstraat. Die ging toen nog over in een zandpad! De boerderij van Camps was de laatste woning tot aan de watermolen.”
Wat zijn je hobby’s? “Het voetballen ligt op dit moment een beetje stil, maar normaal ben ik leider en vlaggenist van het tweede elftal van SV Oostrum. Daarnaast help ik op dinsdagavond mee met de keeperstrainingen bij de voetbalclub. Verder probeer ik op maandagavond mijn conditie op peil te houden door wat te fitnessen, en ga ik op donderdagavond met een aantal mannen ‘rustig’ badmintonnen in de gymzaal in Oostrum.”
Wat doe je in het dagelijks leven? “Ik ben toezichthouder technische installaties bij de gemeente Venray. Ik doe het beheer en de coördinatie van de ondergrondse infrastructuur. Dat wil zeggen dat ik alle vergunningen moet verlenen voor het leggen van kabels en leidingen in de openbare ruimte, dus de gemeentegrond.”
Sinds wanneer ben je actief voor de dorpsraad, en waarom ben je er toen aan begonnen? “Een aantal jaren geleden gooide de gemeente Venray het systeem van coördinatoren voor de dorps- en wijkraden op de schop. Daarvoor in de plaats kwamen gebied-contactpersonen voor ieder dorp en iedere wijk, en binnen de gemeente werden daar vrijwilligers voor gevraagd. Ik zag een mogelijkheid om als een schakel te fungeren dus mijn werk en mijn dorp, dus ik heb me aangemeld.”
Waar houd je je voor de dorpsraad mee bezig? “Ik neem deel aan de vergaderingen van de dorpsraad. Als er vragen zijn voor de gemeente, dan zorg ik ervoor dat die bij de juiste personen terechtkomen. Met mijn lijntjes binnen de gemeente weet ik precies wie welke vragen het beste kan beantwoorden. En als dat handig is koppel ik de antwoorden ook meteen weer terug. Het werkt twee kanten op: de dorpsraad krijgt snel antwoord, en de gemeente weet beter wat er leeft.”
Waar ben je het meest trots op? “Trots is misschien niet het juiste woord, maar ik ben blij dat ik er op deze manier aan kan bijdragen dat het leefbaar, leuk en gezellig blijft in ons dorp.”